ONTSTAAN LEVENSWEEFSEL
ONTSTAAN LEVENSWEEFSEL
Na Autonomy Forte kocht ik een tweede weefgetouw; een handzamer formaat deze keer.
Ik haalde het uit elkaar en verfde het bloedrood. Uit een vingertop prikte ik een druppel om de kleur te zoeken maar koos uiteindelijk een wezenlijker rood dan dit fysieke.
Waarom opnieuw een weefgetouw?
Om dezelfde reden als bij het eerste, en ..
Na Autonomy Forte kocht ik een tweede weefgetouw; een handzamer formaat deze keer. Ik haalde het uit elkaar en verfde het bloedrood.
Uit een vingertop prikte ik een druppel om de kleur te zoeken maar uiteindelijk koos ik voor een wezenlijker rood dan dit fysieke.
Waarom opnieuw het weefgetouw?
Om dezelfde reden als bij het eerste, en ..
‘There she weaves by night and day
A magic web with colors gay
She has heard a whisper say
A curse is on her if she stay
To look down to Camelot…
And moving thro’ a mirror clear
That hangs before her all the year
Shadows of’ the world appear,
There she sees the highway near
Winding down to Camelot..’
Uit: ‘The Lady of Shalott’
Tennyson, 1832
‘There she weaves by night and day
A magic web with colors gay
She has heard a whisper say
A curse is on her if she stay
To look down to Camelot…
And moving thro’ a mirror clear
That hangs before her all the year
Shadows of’ the world appear,
There she sees the highway near
Winding down to Camelot..’
Uit: ‘The Lady of Shalott’
Tennyson, 1832
. . ik las.
In de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag bracht ik destijds middagen door met het lezen van een niet uitleenbaar boek: “The symbolism of vanitas in the arts, literature and music” (Liana DeGirolami Cheney, 1989)
Bij een gedeelte dat handelde over de symboliek van spiegels vond ik een verhaal over een vrouw (The Lady of Shalott) in een torenkamer op een eiland. Ze weefde. En hoewel de tekst dieper inging op het gedicht, werd ik meer gegrepen door een regel over het ambacht;
“This work is unique in that it appears to be the only version of the scene in which the mirror is correctly used – that is, in a position behind the loom to reflect the pattern which is being woven, as traditionally the weaver works from the back and cannot see the pattern woven on the front of the tapestry without the aid of a mirror.”
Was dat zo?
Het was zo. Bij de techniek van het beeldend weven, waarmee bijvoorbeeld wandtapijten worden gemaakt, kan een spiegel heel nuttig zijn om tijdens het werken het aan de voorzijde verschijnend weefbeeld te controleren.
Tot het af is werkt de maker dus aan de achterzijde, in een wirwar van kleur en draad.
In zekere zin werk je zonder te zien wat je aan het doen bent, en in wisselwerking met het getouw.
Iets maken. Iets zijn. En door het maken iets worden.
Er bestaan stichtelijke teksten over ons kleed dat bij de hemelpoort wordt omgekeerd, en de tot dan toe verborgen gouden draad van het goddelijke verschijnt.
Ik kan niet zeggen dat ik het leven perse als opdracht of goddelijk geschenk zie maar het is zeker hoopvol en louterend op zichzelf om goud te vermoeden waar je met modderdraden worstelt, of om eenvoudigweg samen te vallen met hetgene dat je aanvangt, zoekt, of probeert tot een schitterend einde te brengen.
. . ik las.
In de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag bracht ik destijds middagen door met het lezen van een niet uitleenbaar boek: “The symbolism of vanitas in the arts, literature and music” (Liana DeGirolami Cheney, 1989)
Bij een gedeelte dat handelde over de symboliek van spiegels vond ik een verhaal over een vrouw (The Lady of Shalott) in een torenkamer op een eiland. Ze weefde. En hoewel de tekst dieper inging op het gedicht, werd ik meer gegrepen door een regel over het ambacht;
“This work is unique in that it appears to be the only version of the scene in which the mirror is correctly used – that is, in a position behind the loom to reflect the pattern which is being woven, as traditionally the weaver works from the back and cannot see the pattern woven on the front of the tapestry without the aid of a mirror.”
Was dat zo?
Het was zo. Bij de techniek van het beeldend weven, waarmee bijvoorbeeld wandtapijten worden gemaakt, kan een spiegel heel nuttig zijn om tijdens het werken het aan de voorzijde verschijnend weefbeeld te controleren.
Tot het af is werkt de maker dus aan de achterzijde, in een wirwar van kleur en draad.
In zekere zin werk je zonder te zien wat je aan het doen bent, en in wisselwerking met het getouw.
Iets maken. Iets zijn. En door het maken iets worden.
Er bestaan stichtelijke teksten over ons kleed dat bij de hemelpoort wordt omgekeerd, en de tot dan toe verborgen gouden draad van het goddelijke verschijnt.
Ik kan niet zeggen dat ik het leven perse als opdracht of goddelijk geschenk zie maar het is zeker hoopvol en louterend op zichzelf om goud te vermoeden waar je met modderdraden worstelt, of om eenvoudigweg samen te vallen met hetgene dat je aanvangt, zoekt, of probeert tot een schitterend einde te brengen.