De Reis van de Karavanen is geschreven als onderdeel van mijn afstudeerscriptie voor de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst, Den Haag.
Het is een verhaal over de absurditeit van het menselijk bestaan, gezien vanuit het gezichtspunt van een skelet dat mijmerend op een rots zit in het leven na de dood.
In de vallei beneden trekt een diversiteit aan karavanen, parades en processies langs;
refererend aan een variƫteit aan (kunst)stromingen en verschillende manieren om door het leven te gaan.